Het toerisme in België is een vorm van vrijetijdsbesteding in België en een belangrijke sector van de Belgische economie. Bijna zeven op tien toeristen komt naar Vlaanderen voor recreatie (vakantie). België wordt vooral bezocht door toeristen uit de buurlanden Nederland, Frankrijk, Duitsland en Luxemburg, hoewel ook steeds meer bezoekers uit andere landen tijdens een Europareis enkele dagen in België doorbrengen. Ook de Belgen houden vaak vakantie in eigen land, waarbij een week aan de Belgische kust, een weekend in de Ardennen of een daguitstap naar één van de historische steden tot de favorieten behoren.
Vlaanderen wordt vanuit een toeristische invalshoek opgedeeld in drie macrobestemmingen: de kunststeden, de kust en de Vlaamse regio’s. De kunststeden omvatten Antwerpen, Brugge, Brussel, Gent, Leuven en Mechelen. Iets meer dan de helft van de toeristen in Vlaanderen verblijft in één van de kunststeden. De kunststeden trekken vooral citytrippers en zakentoeristen (met Brussel als uitschieter) aan, waardoor de gemiddelde verblijfsduur daar lager ligt dan in de andere macrobestemmingen. Drie op vier toeristen in de kunststeden is afkomstig uit het buitenland, uit de buurlanden, uit andere Europese landen als Italië en Spanje maar ook uit de Verenigde Staten, Japan en China. Brussel trekt vooral veel buitenlandse toeristen aan. Dat bevestigt het internationale karakter van de hoofdstad. De Vlaamse regio’s met vooral de Kempen en de gordel rond Brussel zijn gegeerde plaatsen.
Naast de economische invalshoek wordt toerisme ook beschouwd als een beleving die het algemene welzijn verhoogt zoals een verbeterde mentale en psychische gezondheid, versterkte relaties en sociale interacties.