De gezondheidszorg in Vlaanderen en in België behelst een aantal deelsectoren: de eerstelijnszorg bij de huisarts, de zorg in een ziekenhuis, de zorg in de rusthuizen en de thuiszorg, naast de zorgen verstrekt via apothekers, kinesisten en andere paramedische beroepen. Vandaag heeft het overgrote deel van de Vlaamse en de Belgische bevolking toegang tot de gezondheidszorg. De sociale zekerheid en de gezondheidszorg evolueren constant om aan iedereen die met een gezondheidsprobleem te maken heeft kwaliteitszorgen te verzekeren.
Alle gezondheidswerkers worden door de overheid gecontroleerd opdat de beste zorgen zouden verstrekt worden. Het decreet van 17 oktober 2003 betreffende de kwaliteit van de gezondheids- en welzijnsvoorzieningen is daartoe bepalend. Het Vlaams Indicatorenproject voor Patiënten en Professionals meet de kwaliteit van zorg in de meeste Vlaamse algemene ziekenhuizen. De Zorginspectie ziet toe op de naleving van de kwaliteitsnormen.
In de thuiszorg en de thuishulp, die zich de laatste jaren sterk ontwikkelden, staan multidisciplinaire teams klaar om ouderen zo lang mogelijk thuis te laten wonen, om mensen bij te staan na een operatieve ingreep of in het kader van palliatieve zorgen.
De permanente zorg in woonzorgcentra is bedoeld als oplossing in laatste instantie, als thuiszorg of andere alternatieven niet meer toereikend zijn. Andere alternatieven zijn dan onder andere de assistentiewoningen (serviceflats), dagverzorgingscentra, en centra voor kortverblijf.